Kwetsbare doelgroepen wonen vaak in slecht of matig geïsoleerde woningen. Huurders zijn voor verduurzaming afhankelijk van de verhuurder. Als er dan gerenoveerd is, blijkt de uitstoot toch hoger dan verwacht mede door het woongedrag van de huurder. Na de renovatie zijn bewoners minder gemotiveerd om energie te besparen en het verbruik stijgt. Kortom: om energiearmoede en CO₂-reductie tegen te gaan is meer nodig dan renovatie, beleid of technologie.
MAI-Home wil meer begrijpen van, en meer grip krijgen op, het woongedrag van kwetsbare mensen met als doel energiearmoede bestrijden en CO₂-uitstoot terugdringen. Het project installeert een set sensoren in pilotwoningen van woningcorporaties in Nederland en België. Enerzijds om zicht te krijgen op het woongedrag. Een zelflerend algoritme gaat de bewoners adviseren hoe ze door aanpassing van hun gedrag hun energierekening kunnen verlagen. Onder andere via gamification en sociaal leren worden bewoners gestimuleerd om hun gedrag aan te passen. Privacy, cyberveiligheid en duurzaamheid (volhoudbaarheid) zijn voortdurende aandachtspunten.
Aan het einde van het project is er dus zicht op hoe technologie in de woning bewoners kan ondersteunen in hun woongedrag. Maar daar blijft het niet bij. Ook woningcorporaties leren uit het project. Zij leren welke combinatie van investeringen in de woningen en digitale technologie leidt tot een versnelling van de aanpak van energiearmoede en verduurzaming van hun woningvoorraad. Ze weten wat kansrijke interventies zijn die ze in de gesprekken met bewoners kunnen gebruiken om de bewoners meer bewust te maken van hun woongedrag.
In het MAI-HOME project werken vijf woningcorporaties in Nederland en Vlaanderen samen met MKB-bedrijven, maatschappelijke instellingen en kennisinstellingen. Iedere partner brengt zijn eigen kennis en kennisvragen in. De pilotwoningen bevinden zich in de beide provincies Limburg en de provincies Noord-Brabant en Antwerpen.
De Open Universiteit is projectverantwoordelijke en daarnaast trekker van drie werkpakketten, te weten het werkpakket ‘Technologie, gedrag en leren’, het werkpakket ‘IoT, data en privacy’ en het werkpakket ‘monitoring, datawarehouse en dashboards, ideation workshops en MOOC.’ De workshops richten zich op gemeenten en overheden, en de MOOC (een online cursus) op medewerkers van alle woningcorporaties en sociale huisvestingsmaatschappijen.
Dit grensoverschrijdende project wordt financieel gesteund door het Interreg Vlaanderen-Nederland programma van de Europese Unie, de Provincie Limburg en het Ministerie van Economische Zaken.
Consortiumpartners zijn:
Kwetsbare doelgroepen wonen vaak in slecht of matig geïsoleerde woningen. Huurders zijn voor verduurzaming afhankelijk van de verhuurder. Als er dan gerenoveerd is, blijkt de uitstoot toch hoger dan verwacht mede door het woongedrag van de huurder. Na de renovatie zijn bewoners minder gemotiveerd om energie te besparen en het verbruik stijgt. Kortom: om energiearmoede en CO₂-reductie tegen te gaan is meer nodig dan renovatie, beleid of technologie.
MAI-Home wil meer begrijpen van, en meer grip krijgen op, het woongedrag van kwetsbare mensen met als doel energiearmoede bestrijden en CO₂-uitstoot terugdringen. Het project installeert een set sensoren in pilotwoningen van woningcorporaties in Nederland en België. Enerzijds om zicht te krijgen op het woongedrag. Een zelflerend algoritme gaat de bewoners adviseren hoe ze door aanpassing van hun gedrag hun energierekening kunnen verlagen. Onder andere via gamification en sociaal leren worden bewoners gestimuleerd om hun gedrag aan te passen. Privacy, cyberveiligheid en duurzaamheid (volhoudbaarheid) zijn voortdurende aandachtspunten.
Aan het einde van het project is er dus zicht op hoe technologie in de woning bewoners kan ondersteunen in hun woongedrag. Maar daar blijft het niet bij. Ook woningcorporaties leren uit het project. Zij leren welke combinatie van investeringen in de woningen en digitale technologie leidt tot een versnelling van de aanpak van energiearmoede en verduurzaming van hun woningvoorraad. Ze weten wat kansrijke interventies zijn die ze in de gesprekken met bewoners kunnen gebruiken om de bewoners meer bewust te maken van hun woongedrag.
In het MAI-HOME project werken vijf woningcorporaties in Nederland en Vlaanderen samen met MKB-bedrijven, maatschappelijke instellingen en kennisinstellingen. Iedere partner brengt zijn eigen kennis en kennisvragen in. De pilotwoningen bevinden zich in de beide provincies Limburg en de provincies Noord-Brabant en Antwerpen.
De Open Universiteit is projectverantwoordelijke en daarnaast trekker van drie werkpakketten, te weten het werkpakket ‘Technologie, gedrag en leren’, het werkpakket ‘IoT, data en privacy’ en het werkpakket ‘monitoring, datawarehouse en dashboards, ideation workshops en MOOC.’ De workshops richten zich op gemeenten en overheden, en de MOOC (een online cursus) op medewerkers van alle woningcorporaties en sociale huisvestingsmaatschappijen.
Dit grensoverschrijdende project wordt financieel gesteund door het Interreg Vlaanderen-Nederland programma van de Europese Unie, de Provincie Limburg en het Ministerie van Economische Zaken.
Consortiumpartners zijn: