Armoedetoets: lokaal beleidsinstrument voor aanpak armoede

Lokale besturen zetten armoedebril op

SAAMO Limburg ontwikkelde een armoedetoets, die vandaag wordt toegepast in Beringen en in Maasmechelen. “Het helpt lokale besturen om zich te verplaatsen in mensen die in armoede leven. Door een armoedebril op te zetten is hun beleid beter op mensen in armoede afgestemd en pakt het armoede doeltreffender aan”, zegt Frederik Vaes, beleidsmedewerker van SAAMO Limburg.

 

Wat is de armoedetoets?

Frederik Vaes: “Het is een flexibel instrument om te toetsen of toekomstig of bestaand beleid rekening houdt met mensen in armoede en armoede doeltreffend aanpakt. Essentieel is dat het lokaal bestuur daarbij zelf een rol opneemt. Ook belangrijk is dat er tijdens het toetsingsproces contact is tussen het lokaal bestuur en mensen met armoede- en uitsluitingservaringen.”

 

Wat bedoel je met flexibel instrument?

Frederik Vaes: “Wanneer een stad of gemeente interesse heeft in de armoedetoets, dan gaan we kijken naar de specifieke situatie in die stad of gemeente. Steeds met ons doel voor ogen, namelijk een beleid dat beter is afgestemd op mensen in armoede, kijken we naar wat er in die specifieke stad of gemeente mogelijk is. En vervolgens nemen we onze tijd om een proces aan te gaan.”

 

Van waaruit kwam het idee om een armoedetoets te ontwikkelen?

Frederik Vaes: “Tijdens eerdere edities van Ieders Stem Telt, in aanloop naar de lokale verkiezingen, kwam dit telkens naar boven.* Het idee komt dus van mensen die zelf armoede en uitsluiting ervaren.”

 

Voor welke aanpak werd in Beringen gekozen?

Frederik Vaes: “In Beringen werken we nauw samen met de armoedecoördinator. Samen selecteren we een aantal dossiers om aan een armoedetoets te koppelen. Voor het dossier op het schepencollege komt, roept de armoedecoördinator een groep bijeen die de voorgestelde maatregelen aftoetst. Die groep bestaat uit de armoedecoördinator zelf, de betrokken ambtenaar, opgeleiden ervaringsdeskundigen in de armoede en vertegenwoordigers van organisaties die werken met mensen in armoede. Die groep formuleert dan een advies.”

 

Kan je een voorbeeld geven?

Frederik Vaes: “Mensen weten vaak niet wat hun rechten zijn. Eén op de twee vraagt de verhoogde tegemoetkoming waar zij of hij recht op heeft niet aan of is te beschaamd om naar de mutualiteit te stappen. Tijdens de energiecrisis was het sociaal tarief daar nochtans aan gekoppeld. Op een infobrochure die Beringen wou uitbrengen, paste ze eerst een armoedetoets toe.”

 

Gaat zo’n armoedetoets vlot of is het tijdrovend?

Frederik Vaes: “Ik benadruk graag dat de armoedetoets helemaal niet zo arbeidsintensief is. Samen met de armoedecoördinator selecteren wij de dossiers, daarna is er één overleg met de betrokken ambtenaar en vervolgens de toetsing met de grotere groep. Met drie overlegmomenten ben je er. Uiteraard koppelen we niet elk dossier aan een armoedetoets. Maar drie à vier toetsingen per jaar is zeker haalbaar.”

 

Wat als het advies dat volgt uit de armoedetoets niet wordt gevolgd?

Frederik Vaes: “De uiteindelijke beslissing blijft aan de politiek. Maar we verwachten wel dat het lokaal bestuur motiveert waarom ze een advies niet volgt. Zelfs als dat gebeurt blijft het proces van nut. Want het is op het schepencollege wel over armoede gegaan, terwijl het woord armoede anders waarschijnlijk niet eens was gevallen.”

 

In Maasmechelen wordt de armoedetoets anders ingevuld?

Frederik Vaes: “In Maasmechelen is de armoedetoets een evaluatie-instrument geworden. Momenteel evalueren we de werking van de UiTPAS. We gaan met verschillende groepen aan de slag: de seniorenraad, een groep mensen die Nederlands leert binnen hun inburgeringstraject, een armoedevereniging, hulp- en dienstverleners en er is een bevraging via het gemeentelijk infoblad.”

 

Is het nuttig dat SAAMO zelf een rol blijft spelen?

Frederik Vaes: “De rol die de stad of gemeente speelt is cruciaal. Het is niet de bedoeling dat wij taken overnemen die ze zelf kunnen opnemen. Maar het is wel goed dat we betrokken blijven. De kennis en ervaringen van mensen die uitsluiting meemaken zitten in onze rugzak. Daardoor kunnen wij goede oplossingen aandragen. En vanuit onze expertise kunnen wij soms makkelijker zien waar zich een probleem stelt.”

 

“Beringen bijvoorbeeld heeft als Kindvriendelijke Stad de ambitie om kinderen en jongeren maximaal te laten participeren aan het beleid. Wij konden inbrengen dat kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare situatie niet werden bereikt en dat het goed zou zijn om daar tijd en middelen in te investeren.”

 

Wat brengt de toekomst?

Frederik Vaes: “In Limburg zullen we het instrument aan elk lokaal bestuur voorleggen. Leopoldsburg en Houthalen-Helchteren zijn alvast heel geïnteresseerd.”

 

* De invulling van [Ieders Stemt Telt] in aanloop naar de lokale verkiezingen van 2024 is nieuw. Gezien de afschaffing van de opkomstplicht in Vlaanderen en de lage opkomst in Brussel is het doel van deze editie om zoveel mogelijk mensen geïnformeerd naar de stembus te doen trekken.