Tatiana: “Ik ben een 37-jarige alleenstaande mama van een zoon van 12 jaar. Toen ik nog getrouwd was, was ik kinderverzorgster. Omdat mijn ex-man terug naar zijn land van herkomst verhuisde, stond ik er helemaal alleen voor en moest ik op zoek naar een job die ik kon combineren met de opvoeding van mijn zoon. Ik had enkel een diploma kinderverzorging. Ik had dus niet veel mogelijkheden en een job als poetshulp zag ik niet zitten, met alle respect voor de mensen die wel voor die job kiezen. Daarom besloot ik mij in te schrijven voor een opleiding maatschappelijk werk. Om mijn kansen op de arbeidsmarkt te vergroten, koos ik daarna de bachelor maatschappelijk werk. Na 6 jaar afgeronde studies en een burn-out heb ik nu een job als ondersteuner in de B-stroom in het onderwijs.
Eerst huurde ik op de private huurmarkt. Tijdens mijn studies had ik recht op een werkloosheidsuitkering. Inclusief kinderbijslag betekende dat dat ik moest rondkomen met zo’n 1400 euro per maand. Tweemaandelijks ging ik naar de voedselbank. Zonder goedkeuring van het OCMW kan je daar niet terecht. Dus ik moest elke keer bewijzen dat ik die bon echt nodig had: een drempel waar ik telkens overheen moest. Ik betaalde 550 euro huur voor een appartement met 1 slaapkamer, exclusief de gemeenschappelijke kosten. Mijn zoon had dus geen aparte kamer. ’s Avonds moest ik studeren en dan legde ik hem te slapen in mijn bed. Na het studeren maakte ik hem wakker en legde hem te slapen in een bed dat ik in de living kon openklappen. Ik heb de meubels geregeld verplaatst zodat hij toch ook een eigen hoekje had ’s avonds.
Met de hulp van SAAMO-opbouwwerker Nathalie schreef ik me in voor een sociale woning. Ik heb meer dan 6 jaar moeten wachten op een sociale woning. Af en toe belde ik naar de sociale huisvestingsmaatschappij om te horen op welke plaats ik stond. In dat appartementje was het echt onleefbaar geworden. In de bad- en slaapkamer waren er vocht- en schimmelplekken. Omdat er geen raam was in de badkamer die uitkwam op de slaapkamer, kon ik er onvoldoende verluchten. Ik woonde toen ook vlak in het centrum. Het was er erg luidrustig. Ik had er zelfs geen terras. Dus ik kon nooit eens ergens op mijn eentje zitten of eens uitblazen.
“Mijn vraag voor politici? Investeer meer in sociale woningen en renoveer veel sneller sociale woningen die onbewoonbaar zijn. Waarom zolang wachten met renoveren? Zo kan je mensen op de wachtlijst veel sneller een woning toekennen.”
Nu woon ik in een sociale woning. Het is een nieuwbouwappartement waar ik maandelijks 362 euro voor betaal. Mijn zoon heeft er een eigen kamer en we hebben een terrasje. Het is hier heel rustig en de buren zijn heel aangenaam. Een hele verbetering. Mijn zoon reageerde heel emotioneel toen hij zijn slaapkamer voor het eerst zag. Ik had zijn bed zo snel mogelijk in mekaar gestoken, zodat hij er meteen kon slapen. “1000 maal bedankt,” zei hij. Op korte tijd is mijn jongen heel fel opengebloeid. Vroeger zaten we de hele tijd op elkaars lip. Er ontstonden veel ruzies, gewoon omdat we zo kort op elkaar leefden en geen eigen ruimte hadden. Als er nu een discussie is, gaan we elk even apart zitten om er dan achteraf over te praten. De 200 euro die vrijkomt door de lagere huur, zet ik elke maand opzij. Verder heb ik mijn levenswijze niet aangepast om zoveel mogelijk te kunnen sparen in de hoop ooit zelf iets te kunnen kopen.”