Werken na corona

Algemeen directeur Claudia Mellebeek vertelt aan Sociare

In het jaarmagazine van socioculturele werkgeversfederatie Sociare blikt algemeen directeur Claudia Mellebeek terug op werken tijdens corona: de moeilijke momenten, de evoluties die zijn ontstaan, de positieve kanten aan deze periode …

 

 

Hoe hebben jullie corona beleefd?

 

“Toen corona uitbrak sloeg de schrik ons om het hart, want de essentie van ons werk is nabijheid. Opbouwwerkers staan tussen de mensen en halen daar hun energie en goesting uit. Tijdens de allereerste lockdown moesten we terugschakelen naar thuiswerk. Moesten we onze medewerkers dan gaan ‘straffen’ met bureauwerk? Het heeft geen twee weken geduurd, of het begon bij hen te kriebelen om op andere manieren toch aan de slag te blijven met de doelgroep. Gelukkig werden we ook erkend als essentiële dienstverlener, waardoor we toestemming kregen om op onze werkplekken aanwezig te zijn.”

 

“De ‘blijf in uw kot’-fase was geen gemakkelijke periode voor onze doelgroep. Waar moeten dak- en thuislozen naartoe? Voor hen zijn we wel een basis dienstverlening blijven voorzien met dagbesteding. Maar ook daar worstelden we met mondmaskers en met de toegelaten capaciteit. In Hasselt mochten 13 mensen binnen, na het eten moesten die plaats maken voor anderen. Ook voor mensen die klein behuisd zijn was het niet eenvoudig. Kinderen zaten thuis en moesten overschakelen op afstandsonderwijs, terwijl er thuis geen laptops waren of geen goed internet.”

 

“We zijn snel outreachend gaan werken. Onze medewerkers organiseerden deur- of stoepgesprekken. Ze zijn gaan wandelen van zodra het mocht. Het was fantastisch om te zien hoeveel vindingrijk­heid en veerkracht er was bij de collega’s. Onze opbouwwerkers hebben alles uit de kast gehaald om mensen in kwetsbare posities zoveel mogelijk te ondersteunen en hen door deze zware periode heen te loodsen.”

 

Wat waren de moeilijkste momenten? En hoe staan jullie er nu voor: back to business, of nog niet helemaal?

 

“We hebben wel héél veel draaiboe­ken moeten maken! Op een bepaald moment konden we niet meer volgen: wat mogen we? Wat mogen we niet? We hadden een corona-man, die altijd alles wist wat mocht en wat niet. De draaiboe­ken-fase is gelukkig achter de rug. Er kan weer heel veel, we zijn ongeveer opnieuw bezig zoals voorheen.” “We zien wel dat een aantal vrijwilligers zijn afgehaakt. Ze zijn gestopt, ze hebben een pauze ingebouwd, of ze zijn andere dingen aan het doen. We hebben nog altijd een grote vrijwilligersgroep, maar het zal een inspanning vragen om weer mensen te engageren. Dat geldt ook voor onze doelgroep. Een deel was angstig om opnieuw aan te sluiten. Dat zal nog wat tijd nodig hebben, maar ik heb er vertrou­wen in dat dat goed komt.”

 

“Er zijn nieuwe medewerkers begonnen een week voor we in lockdown gingen, of tijdens de lockdown. Heel erg moedig van deze medewerkers, maar dat is echt niet dankbaar geweest. We hebben daar nog een inhaalbeweging te maken. Sommige collega’s hebben elkaar nog nooit in levende lijve ontmoet. Ondanks creatieve inspanningen zoals zoomsessies met de nieuwe medewerkers en een online-nieuw­jaarsreceptie heeft het welzijnsaspect in onze organisatie onder druk gestaan.”

 

“De pandemie heeft de tekorten die er waren in de samenleving op scherp gezet. Bestaande knelpunten zijn pijnlijk duidelijk geworden. De voedselhulp, de kleine behuizing, de afstand tot het digitaliseringsproces, mensen met precaire arbeidscontracten die als eerste buitenspel werden gezet. De pandemie heeft dat allemaal veel duidelijker aan de oppervlakte gebracht. Tegelijk heeft de crisis het urgentiebesef aangewakkerd, ook bij beleidsmakers.”

 

 

Is de werkorganisatie bij jullie veranderd door corona? Zijn er nieuwe regelingen rond thuiswerk? Of andere evoluties?

 

“We hadden voordien geen structurele regeling rond thuiswerk. Onze opbouwwerkers hebben allemaal een werkplek dicht bij de doelgroep, we willen natuurlijk dat onze medewerkers daar aanwezig zijn. Af en toe was er wel een vraag van medewerkers, dat werd spora­disch eens toegestaan, bijvoorbeeld om geconcentreerd aan iets te kunnen door­werken. We werken sowieso al heel sterk vanuit vertrouwen, en dat hebben we nu wel omgezet in een structureel telewerk­ beleid. We maken ook een onderscheid in functies. Van opbouwwerkers verwachten we 90% van hun tijd bij de doelgroep. Bij de ondersteunende diensten gaat het over 1 dag per week thuiswerk. En sommige functies kunnen vanzelfsprekend niet thuiswerken. Dit voldoet voorlopig wel aan de behoefte.”

 

“We waren ook nog niet zo goed digitaal georganiseerd. Ondertussen zijn we als organisatie helemaal digitaal mee. Ook dankzij corona. We hebben er sterk in geïnvesteerd en een stevig vormingspar­cours afgelegd.”

 

 

Waren er ook goede kanten aan de coronacrisis?

 

“Corona heeft op de pauzeknop geduwd. En dat was zinvol. In een aantal werkingen werden daardoor vanzelfsprekendheden in vraag gesteld. Moeten we ons niet op een andere manier gaan organiseren? Is het geen tijd om het geweer van schouder te veranderen en te kijken of we wel de juiste doel- groep bereiken? Moeten we geen andere activiteiten ontplooien? De pauze heeft in sommige werkingen voor vernieuwing gezorgd en voor een nieuwe adem. Een werking die 15 jaar op routine draait en even moet stoppen, die krijgt de kans om haar gewoontes te herkennen en in vraag te stellen. Klopt het nog wat we doen? Zijn dit de mensen die we moeten bereiken? Zo’n moment van stilstand vind ik positief, al was het dan noodgedwon­gen. Even stoppen en kijken naar wat we aan het doen zijn. Dat was voor sommige projecten zeker welgekomen.”

 

 

Bron: Sociare Magazine 2022