Voor alleenstaanden wordt het bijna onbetaalbaar

Zo hard treft de wooncrisis de Limburgse huurder

Bijna zeven op de tien huurders met een inkomen tussen 1.000 en 2.500 euro zijn meer dan een derde van dat geld kwijt aan huur en energie. Vooral voor alleenstaanden wordt het bijna onbetaalbaar. Om niet dakloos te worden, zwijgen huurders vaak over schimmel of ongeaarde stopcontacten. Dat blijkt uit onderzoek van SAAMO Limburg met UHasselt.

 

“De wooncrisis in Limburg en Vlaanderen moet dringend aangepakt worden. Maar voor de politiek geldt: meten is pas weten. Daarom wilden wij de harde cijfers op tafel leggen. Wetenschappelijk onderbouwde cijfers”, beschrijft Nathalie Pirenne van opbouwwerk SAAMO Limburg, hoe ze samen met Universiteit Hasselt in de Limburgse huurmarkt is gedoken. “We hebben in totaal 276 mensen bevraagd: zowat de helft huurt op de privémarkt, de rest huist in een sociale woning. Waardoor je een representatief beeld krijgt van beide huurmarkten. Ook was er een goede spreiding van de gezinssamenstelling: singles, alleenstaande ouders met kinderen en gezinnen. Het onderzoek richtte zich wel voornamelijk op mensen met een laag inkomen. Net omdat die groep vaak uit het oog wordt verloren bij dergelijke enquêtes.”

 

Flat

Via buurtwerkingen, OCMW’s, huurderssyndicaat Limburg, centra voor basiseducatie en armoedeverenigingen vonden Nathalie Pirenne en Femke Croux van SAAMO Limburg hun staalkaart. “Meer dan 60 procent huurt een flat, zo’n 30 procent woont in een eengezinswoning. Een klein percentage zit in een studio. Het overgrote deel heeft een netto-gezinsinkomen tussen 1.500 en 1.999 euro per maand, op de tweede plaats staan de huurders met 1.000 tot 1.499 euro per maand en op drie zijn het de huurders met 2.000 tot 2.499 euro.”.

 

HBVL-foto Nathalie Pirenne

Nathalie Pirenne: “We willen dat de wooncrisis in Limburg dringend wordt aangepakt.” © SVEN DILLEN

 

Wat blijkt: zo’n 27 procent geeft meer dan een derde van hun inkomen uit aan huur. Tel daar nog kosten als elektriciteit, gas en water bij en dan is het al 57 procent van de huurders. “Dat zijn basisdingen die bijna de helft van het gezinsinkomen opslorpen. Om genoeg over te houden voor een menswaardig bestaan, besteed je best maximaal een derde aan huur.”

 

Huurders durven niet te veel te klagen over schimmel of enkel glas uit schrik om dakloos te worden
Nathalie Pirenne – Opbouwwerker wonen

 

Het zijn ook niet alleen de allerlaagste inkomens die worstelen met de woonkosten: 66 procent van de mensen met een maandinkomen tussen 1.000 en 2.500 euro moet meer dan een derde daarvan afdragen aan huur en energie. “En dan hebben we het nog niet over verzekeringen, voeding, kledij, vervoer… Je kan al raden dat deze mensen het heel moeilijk hebben om rond te komen. De groep die het meest onder druk staat: de alleenstaanden. Daar zit 61 procent boven de grens van een derde van het inkomen, tegenover 50 procent bij de samenwonenden. Met de energiecrisissen is het voor singles zelfs nog een stuk zwaarder. Het is voor hen bijna onmogelijk geworden om nog een betaalbare woning te vinden, waardoor ze soms in situaties leven die niet aanvaardbaar mogen zijn. Maar ze durven ook niet te veel te klagen uit schrik om dakloos te worden.”

 

Champignons

Over de kwaliteit van de woningen bleek geregeld niet te stoefen in het onderzoek: bijna vier op de tien huurders klagen over vochtproblemen. Pirenne en Croux: “Wat kan leiden tot gezondheidsproblemen en gewoon een onaangenaam woonklimaat. Eén op de vier heeft ramen en deuren die in slechte staat zijn, waardoor je energieverlies hebt. Tien procent heeft zelfs nog geen dubbelglas. We hoorden schrijnende verhalen, van champignons die op de muren groeiden. Ook opvallend: bij 6,5 procent had de verhuurder geen rookmelder gehangen. Terwijl dat wettelijk verplicht is.”

 

Of zoals Sonja, één van de geïnterviewden: “Ze huurt op de privémarkt. De woningcontroleur heeft eerst de woning afgekeurd omwille van ernstige gebreken zoals risico op CO-vergiftiging, ongeaarde stopcontacten en ontbrekende trapleuningen. Een aantal gebreken zijn hersteld maar er blijven problemen. Zoals schimmel”, vertelt Pirenne. “De woonambtenaar heeft haar nu verboden om nog in haar slaapkamer te slapen vanwege de gezondheidsrisico’s. Hierdoor gebruikt ze maar de helft van haar huurhuis, maar ze moet wel de volledige huur betalen. Ze staat al tien jaar op de wachtlijst voor een sociale woning en hoopt iedere dag op goed nieuws…”

 

HBVL-foto Nathalie Pirenne

Nathalie Pirenne: “Met de energiecrisissen is het voor alleenstaanden nog een stuk zwaarder. Het is voor hen bijna onmogelijk geworden om nog een betaalbare woning te vinden.” © SVEN DILLEN

 

Niet allemaal willen ze met naam in het onderzoek, uit angst voor de gevolgen: “Ik heb één kind en mijn vrouw is zwanger van het tweede. Ons dochtertje slaapt bij ons op de kamer omdat de verwarming in de andere kamer niet werkt. Het is er ijskoud. Met de baby erbij gaat dat een probleem zijn. Toen ik de huisbaas vertelde over de kapotte verwarming, zei hij enkel: ‘Beter zo, anders ga je heel veel voor gas moeten betalen’.”

 

Sonja mag van de woonambtenaar niet meer in haar slaapkamer slapen door het vocht maar ze moet wel volle pot huur betalen
Femke Croux – SAAMO Limburg

 

Wat ook opvalt: het grote verschil van wat overblijft in de portemonnee na aftrek van de woonkosten tussen privéhuurders en huurders van een sociale woning. “Uit ons onderzoek blijkt dat 71 procent op de privémarkt meer dan een derde van hun inkomen betaalt aan woonkosten. In sociale woningen is dat maar 39 procent. Sociale huisvesting is dus een oplossing voor de betaalbaarheid. Maar bij gebrek aan voldoende sociale huurwoningen of huurflats staat 41 procent van de huidige ingeschreven huurders op de privémarkt al vier jaar of langer op de wachtlijst voor een sociale woning.”

 

Huurpremie

Wie al lang wacht op een sociale woning en een laag inkomen heeft, kan een huurpremie aanvragen bij de overheid. “Die is bedoeld om huurders op de privémarkt tijdelijk te ondersteunen. Maar zowel uit ons onderzoek als uit eerdere studies blijkt dat bijna één op de twee huurders die premie niet aanvragen. Zelfs als ze er recht op hebben. Waarom? Omdat ze schrik hebben van een woononderzoek, ze zijn bang dat ze uit hun huis moeten omdat het afgekeurd wordt. Heel wat huurders weten ook niet dat de premie bestaat of vinden het papierwerk te ingewikkeld. Ook daar ligt een taak voor de overheid, eigenlijk zou die huurpremie automatisch moeten toegekend worden aan mensen die er recht op hebben. Of maak de voorwaarden minder streng. Want vooral gezinnen met kinderen krijgen de premie niet omdat hun huur hoger ligt dan het maximumbedrag dat op de huurpremie plakt.”

 

Of ze verschillen zien binnen Limburg? “Eigenlijk niet, de situatie is vergelijkbaar. Dat geldt zelfs voor heel Vlaanderen. De onderkant van de huurmarkt wordt overal met dezelfde uitdagingen geconfronteerd. Wat we ook gemerkt hebben: de kwaliteit van een woning heeft een grote invloed op hoe huurders zich voelen. Zes op de tien bewoners van een slechte of matige huurwoning voelen zich niet gelukkig. Ze zorgen dus niet alleen fysiek voor ongemakken, ook mentaal weegt zo’n huurhuis door.”

 

Het vooroordeel is niet waar: acht op de tien huurders in sociale wijken voelen zich wel veilig
Nathalie Pirenne – SAAMO Limburg

 

Hun onderzoek helpt ook een vooroordeel uit de wereld: dat bewoners van sociale woonwijken zich er onveilig voelen. Pirenne: “Dat blijkt dus niet: liefst 85 procent zegt zich thuis te voelen in de woning, 77 procent is er zelfs ronduit gelukkig. En ook qua veiligheid is er geen probleem: acht op de tien voelen zich perfect veilig in hun buurt. Blijkbaar hangen sociale wijken ook meer aan elkaar: bijna 40 procent biedt regelmatig hulp aan de buren, tegenover 23 procent op de privéhuurmarkt.”

 

Alleenstaande mama

“We willen ook dat stigma wegwerken dat rond sociale huurders hangt. Want wij zien wel de vele positieve verhalen. Een goede woning kan zoveel verschil maken in een leven. Zoals die alleenstaande mama die opnieuw ging studeren voor maatschappelijk werkster. Financieel kwam ze niet rond omdat ze moest huren op de privémarkt, ze moest zelfs naar de voedselbank om eten te hebben voor haar zoontje. Ze moest ook voortdurend neen zeggen tegen het kind, want er was geen geld voor hobby’s. Uiteindelijk heeft ze een sociale huurwoning gekregen. Het zoontje is spontaan beginnen wenen. Hij kan nu ook gaan voetballen, zelf is ze aan het sparen om een sociale koopwoning te betalen. Op deze manier geef je mensen, kinderen kansen.”

 

Met hun dossier willen ze nu naar Brussel trekken, maar het zal ook in de bus belanden bij de lokale politieke partijen. “Met uiteraard aanbevelingen hoe de wooncrisis moet aangepakt worden. Eerst en vooral: zorg voor meer sociale woningen, om de groeiende vraag naar betaalbare woningen op te vangen én de wachtlijsten serieus te verkorten. Pas het beleid eventueel aan om de bouw van zo’n sociale woningen te stimuleren. Ook belangrijk: zorg ervoor dat alle huurwoningen, zeker aan de onderkant van de markt, tegen 2030 voldoen aan strikte minimale kwaliteitseisen.”

 

Ann: “Ik had nog tien euro per week om eten te kopen voor mij en mijn zoon”

 

HBVL-foto Ann

© Serge Minten

 

Ze heeft het allebei meegemaakt: heel groot en comfortabel huizen én heel klein en vochtig wonen. “Ik heb jarenlang in Tongeren kinderen opgevangen, vaak baby’s die achtergelaten waren in de kraamkliniek in Luik. Maar op een bepaald moment kon ik dat niet meer doen door rugproblemen. Ik mocht de kindjes niet meer oppakken en dat kreeg ik niet over mijn hart. Een kind heeft knuffels nodig. Dus ben ik gestopt”, vertelt alleenstaande moeder Ann (57). Door persoonlijke problemen raakte ze haar huis kwijt en stond ze zo goed als op straat.

 

“Het was letterlijk van nul beginnen, uiteindelijk ben ik dan hier in Genk terechtgekomen”, klinkt het. Eenvoudig was dat niet, want een sociale woning was er niet en haar inkomen was serieus gekrompen door ziekte. “Maar ik moest wel volle pot aan huur betalen, het is pas nu dat ik een huursubsidie van 250 euro heb. Dat heeft een wereld van verschil gemaakt: ik heb een invaliditeitsuitkering van 1.452 euro. De huur is 732 euro per maand, naar stroom gaat 211 euro. Door de subsidie heb ik eindelijk weer ademruimte. Voordien moest ik het effectief redden met 10 euro per week om eten te kopen voor mij en mijn zoon. Ik wist als de beste waar en wanneer ik wat moest kopen. Maar soms waren het ook voedselpakketten, ik had geen andere keuze.”

 

Huren doet ze op de privémarkt, maar de verhuurder werkt via Wonen in Limburg (WIL). “De verhuurder mag op die manier iets minder huur vragen, maar hij is wel altijd verzekerd dat de woning verhuurd is en dat alles in goede staat blijft. Dat regelt WIL”, verduidelijkt Femke Croux van SAAMO Limburg. Het is een bescheiden huurflat met dunne muren, maar Ann is er gelukkig. “Ik kan je vertellen waarover moeder en zoon op de eerste verdieping het net hadden. Of wat er op het vierde nu op tv speelt”, lacht ze. “Maar ik ben tevreden met wat ik heb, ik wil hier graag blijven wonen. Want ik ben ziek en vind het belangrijk om in het centrum te wonen waar alles makkelijk bereikbaar is. Waar ga ik anders nog iets betaalbaars vinden?”

 

HBVL-foto Ann

Alleenstaande mama Ann: “De huursubsidie heeft een wereld van verschil gemaakt.” © Serge Minten

 

Dit artikel verscheen in Het Belang van Limburg van 12 april 2025.
Tekst: © Caroline Vandenreyt
Foto’s: © Sven Dillen, Serge Minten