Opiniestuk van Frederik Vaes, stafmedewerker beleid
De focus op eigendomsverwerving is volledig doorgeslagen. Al jarenlang is het enige doel van het woonbeleid om zoveel mogelijk Vlamingen eigenaar te maken van hun eigen woning. Dit is echter niet voor iedereen een haalbare kaart. De private huurmarkt is hierdoor een toevluchtsoord geworden voor velen, maar die markt is verwaarloosd en schreeuwt om aandacht.
De nood aan een degelijk en krachtig woonbeleid is dan ook dringender dan ooit. Het beleid moet evenwicht brengen tussen de belangen van eigenaars, private huurders en sociale huurders. Er moet meer aandacht gaan naar de private en de sociale huurmarkt. Zonder duidelijke richting dreigen kwetsbare groepen verder in de problemen te komen. Een grondige evaluatie van het Grond- en Pandendecreet uit 2009 is onvermijdelijk. Dit decreet bepaalt onder meer hoeveel sociale woningen elke gemeente moet bouwen tegen 2025.
Uit een snelle blik op de cijfers van de gebouwde en geplande sociale woningen blijkt dat vele gemeenten goed scoren. Echter, er zijn ook schrijnende gevallen van gemeenten waar de teller van gebouwde woningen nog op nul staat, ondanks dat de plannen voor sociale woningen al jaren klaar liggen. Procedures slepen vaak eindeloos aan, waardoor geen enkele spade de grond raakt. Een drastische vereenvoudiging van deze procedures is noodzakelijk om dit soort situaties te vermijden. Anders blijven we aanmodderen en stapelen de problemen zich op.
SAAMO Limburg deed recent onderzoek naar de betaalbaarheid aan de onderkant van de huurmarkt. Vooral voor mensen met een lager inkomen blijft de betaalbaarheid een groot probleem. Voor velen is het simpelweg onmogelijk om nog een kwaliteitsvolle woning te vinden binnen hun budget. Hier ligt een duidelijke opdracht voor de Vlaamse regering: de hervorming van de huurpremie. Deze maatregel moet ervoor zorgen dat mensen in de onderste regionen van de huurmarkt voldoende financiële ademruimte krijgen. Hopelijk krijgt dit binnenkort een plek in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord.
Een krachtdadig woonbeleid moet niet enkel reactief zijn, maar ook proactief. Alle actoren op het terrein – huisvestingsmaatschappijen, immobiliënsector, verenigde eigenaars, belangengroepen van huurders, bouwfederaties en armoede-organisaties – moeten betrokken worden bij het vormgeven van een toekomstvisie. Er moet een inclusief woonbeleid gevoerd worden dat oog heeft voor de noden van de meest kwetsbare huurders. Het is niet enkel een kwestie van stenen en beton, maar ook van mensen die een waardige plek nodig hebben om te wonen en zich thuis te voelen. Tijd voor verandering.