Meer mensen in armoede, betekent dat ook meer strijd tegen armoede?

Opiniestuk van opbouwwerker Conny Mertens

Twee op de drie Belgen vrezen hun energiefactuur niet meer te kunnen betalen. Als we niet willen dat deze moeilijke tijden structureel blijven voor een steeds groeiende groep, moeten beleidsmakers andere keuzes maken.

 

De armoedecijfers van 2021 tonen een dalende of stabiliserende trend – in schril contrast met wat sociaal werkers ervaren en wat de cijfers van 2022 lijken te bevestigen. Twee op de drie Belgen vrezen hun energiefactuur niet meer te kunnen betalen. Deze cijfers zijn een systematische onderschatting van de harde realiteit van armoede. De dagelijkse strijd om te overleven met een bedrag onder de Europese armoedegrens is veel harder: leven in isolement omdat vrije tijd te duur is, schoolfacturen niet kunnen betalen, doktersbezoeken uitstellen, de verwarming uitzetten…

Bovendien zijn er heel wat mensen die niet in deze cijfers voorkomen of net boven de armoedegrens zitten. Dit werd pijnlijk duidelijk voor de groeiende groep mensen die de laatste maanden hun energiefacturen niet meer konden betalen zonder zichzelf pijn te doen, maar geen recht hebben op het sociaal tarief of er geen gebruik van maken omdat ze hun rechten niet kennen. Meer dan ooit zijn er in ons land mensen die werken en toch in armoede leven. Kijk maar naar de rij bij de voedselbedeling of naar de OCMW’s die de nieuwe toestroom werkende armen amper aankunnen.

Al jaren laat het sociaal werk op 17 oktober, de werelddag van verzet tegen armoede, letterlijk van zich horen door mensen op te roepen om 17 seconden kabaal te maken als teken van verzet tegen armoede onder #laatvanjehoren. Een oproep aan mensen in armoede om hun stem te laten klinken tegen het onrecht dat hen wordt aangedaan. Een oproep ook aan mensen die solidair zijn en mee van zich willen laten horen omdat ze niet kunnen en willen aanvaarden dat in een welvarend land als België er nog steeds armoede heerst.

Deze directe solidariteit is heel hard nodig, maar niet genoeg. De kern van de oplossingen ligt in de indirecte solidariteit die zorgt voor herverdeling via de overheid. Deze indirecte solidariteit is de fundering van onze welvaartsstaat die ervoor zorgde dat we eerder de banken- en coronacrisis zonder al te veel kleerscheuren overleefd hebben. Helaas worden steeds meer voorwaarden gekoppeld aan sociale grondrechten. Daarbij blijven de systeemcrisissen zich opstapelen – van corona naar oorlog, over energie tot de vluchtelingencrisis – en missen de genomen maatregelen hun effect bij de groep die het het moeilijkst heeft. Als we niet willen dat deze moeilijke tijden structureel blijven voor een steeds groeiende groep, moeten beleidsmakers andere keuzes maken.

Gelukkig is er ook goed nieuws, er zijn oplossingen die werken. Academici en sociaal werkers zijn het er grotendeels over eens: structurele solidariteit voor structurele oplossingen en dit met gerichte steunmaatregelen. Extra steun voor wie het hard nodig heeft, extra bijdragen voor wie meer winst maakt dankzij de crisis, inkomens uit vermogens meer belasten, huursubsidies voor iedereen die recht heeft op een sociale woning, het groeipakket hervormen, lage inkomens en uitkeringen optrekken, …

Laat deze crisis een aanleiding zijn voor structurele hervormingen, het is meer dan ooit nodig.

 

Dit opiniestuk verscheen op zaterdag 15 oktober 2022 in Het Belang van Limburg.